1993 – 2007
Zijn doelstelling was om de emotie van het spelen op een orgel en het ondergaan van de ‘levende’ orgelklanken bereikbaar te maken voor een groot publiek. Hij ontwierp en vervaardigde kist- en kabinetorgels voor huiskamers en zalen (tot ca. 250 personen), die geschikt zijn voor zowel concertgebruik als begeleiding van gemeentezang.
Zijn orgels werden volgens eeuwenoude beproefde technieken vervaardigd. Zo maakte hij gebruik van mechanische sleepladen en mechanische tractuur en maakt hij uitsluitend gebruik van houten pijpen. Deze pijpen produceren een warme karaktervolle toon en zijn daardoor bijzonder geschikt voor huisorgels. Zoals door de eeuwen heen door gerenommeerde orgelmakers is gedaan, maakt ook hij gebruik van de best beschikbare materialen en hulpmiddelen.
Naast orgels met een klassieke vormgeving, maakte hij met evenveel enthousiasme orgels met eigentijdse architectuur.
Het voorgaande, in combinatie met zijn door de jaren heen ontwikkelde ‘eigen’ klankbeeld, leidt er toe dat het werk van Breetvelt in cultuurhistorisch opzicht een waardevolle bijdrage levert aan het rijke Nederlandse orgelbezit.
Eind 2007 moest Jacob wegens gezondheidsredenen helaas zijn activiteiten als orgelmaker staken.